Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed
De Nederlandse Corsocultuur is ingeschreven op de Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. Dit maakte het Comité behorende bij het Unesco-verdrag over immaterieel erfgoed vandaag bekend in Parijs.
 
Cultuurminister Ingrid van Engelshoven: “Met deze inschrijving onderstrepen we het belang van de corsocultuur. Deze vorm en andere vormen van Immaterieel Erfgoed verbindt mensen en verleent hun een gevoel van identiteit.”
 
Corsocultuur
Nederland telt zo’n dertig corso’s verspreid over het hele land. De corso’s zijn divers van aard: groot en klein, rijdend, varend en stilstaand, en met bloemen of met fruit. Sommige corso’s zijn heel klein, maar ook de grootste corso’s ter wereld rijden in Nederland. Een corso is veel meer dan alleen een optocht. Het bouwen van de corsowagen en alles wat daar bij komt kijken, is een sociaal en creatief proces waar de hele gemeenschap gedurende een groot deel van het jaar mee bezig is. Jong en oud, man en vrouw werken samen. Kinderen en jongeren worden intensief bij het corso betrokken en de cultuur wordt overgedragen van generatie op generatie. Daarmee leveren de corso’s een grote bijdrage aan de sociale cohesie van hun gemeenschap. Door de inspanning van de Corsokoepel is het gelukt om de Corsocultuur op te nemen op de Representatieve Lijst.